Dit 150 jaar oude familiebedrijf heeft de mentaliteit van een startup

Havep is een 150 jaar oud familiebedrijf uit het Noord-Brabantse Goirle dat werkkleding produceert.
Duurzaam, ethisch en transparant ondernemen staat voor directeur Anna van Puijenbroek centraal. “Het is onze ambitie om het meest duurzame bedrijf binnen onze sector te zijn.”
Havep kiest voor duurzame stoffen en biedt een reparatieservice aan. Ook verwerkt het bedrijf oude kleding tot bijvoorbeeld isolatiemateriaal en gordijnen.

Wie bij een familiebedrijf denkt aan een traditionele bedrijfsvoering met weinig ruimte voor nieuwe ontwikkelingen is nog nooit met Havep in aanraking gekomen. Bij de Brabantse producent van werkkleding wordt continu gewerkt met het oog op de toekomst.

“Ons bedrijf mag dan al wel 150 jaar bestaan, we hebben de flexibele mentaliteit van een startup”, aldus Anna van Puijenbroek, directeur en vijfde generatie binnen de onderneming.

Duurzaam, ethisch en transparant ondernemen staat volgens de onderneemster niet alleen bij haar en het huidige team centraal, maar waren ook voor eerdere generaties belangrijke drijfveren.

“Mijn oma zei al het zo fijn te vinden om in de textielindustrie te werken, omdat je veel kunt betekenen voor vrouwen in arme landen door het scheppen van goede werkomstandigheden en een eerlijk loon”, zegt Van Puijenbroek. “Dat sociale heeft er dus altijd ingezeten. Ondernemen met respect voor mens en natuur zit in de genen van dit bedrijf.”

Het bedrijf, dat gespecialiseerd is in veiligheidskleding voor op de werkvloer, is in continue ontwikkeling. “Onze allereerste prioriteit is natuurlijk dat de kleding die we maken voldoet aan alle veiligheidsnormen en degene die het draagt beschermt”, stelt Van Puijenbroek. “Daar tornen wij niet aan.”

Wel is Havep steeds bezig met het verder ontwikkelen van materialen, technieken en werkwijzen. "We vinden het belangrijk dat onze producten niet alleen goed zijn voor onze gebruikers, maar ook voor de rest van de wereld. Duurzaamheid is daarom ontzettend belangrijk voor ons. Er gebeurt de afgelopen jaren ook veel op dat gebied.”

Milieu-impact meten

Om de vinger aan de pols te houden op het gebied van duurzaamheid schakelde Havep onder meer een bureau in om de milieu-impact van het bedrijf te analyseren. “We hebben daardoor goed zicht op de pijnpunten binnen onze industrie en proberen die aan te pakken."

Werkkleding van Havep

Foto: Havep

De kledingindustrie is helaas nog steeds een van de meest vervuilende industrieën ter wereld; voor een kilo katoen is ongeveer 10.000 liter water nodig. Door te kiezen voor duurzamere stoffen zoals biologisch katoen – dat zonder pesticiden geteeld wordt - en lyocell/tencel – waar veel minder water, energie, chemicaliën en landbouwgrond voor nodig is – probeert Havep een steentje bij te dragen aan verandering.

Naast het gebruik van duurzame stoffen probeert het bedrijf ook om hun kledingstukken zo lang mogelijk mee te laten gaan door een reparatieservice aan te bieden. Ook staan er inmiddels bij meerdere klanten containers waar afgedankte kleding ingegooid kan worden zodat het gerecycled kan worden.

Duurzaam gebouw

Niet alleen de producten van het bedrijf krijgen de ‘duurzaamheidsbehandeling’ bij Havep. “We proberen alles wat we doen zo duurzaam mogelijk te doen. Zo liggen er bijvoorbeeld 1.200 zonnepanelen op het dak van ons kantoor en hebben we een houtgestookte cv-ketel die is gekoppeld aan het beheer van het landgoed van onze familie. Al het afvalhout dat daar vandaan komt, wordt als brandstof gebruikt om ons pand te verwarmen.”

“Het is onze ambitie om het meest duurzame bedrijf binnen onze sector te zijn”, gaat de onderneemster verder. “Ik heb ooit de ambitie uitgesproken om in 2025 voor 90 procent circulair te zijn”, lacht ze. “De realiteit is dat volledige circulaire kleding in onze sector op dit moment nog niet realistisch is. In een laboratorium kunnen ze van een oude veiligheidsbroek al wel een nieuwe veiligheidsbroek maken, maar op grote schaal is dat niet reëel.”

Ambitieus maar realistisch

Van oude werkkleding nieuwe werkkleding maken is dus nog toekomstmuziek. "Maar we zijn wel al bezig met het voortraject door middel van de recycle-containers bij onze partners", aldus Van Puijenbroek. "Wij kijken wat er van de ingebrachte kleding nog bruikbaar is en de rest wordt vervezeld tot nieuwe producten zoals isolatiemateriaal en gordijnen. Dat is volgens sommige definities misschien niet volledig circulair, maar we voorkomen wel dat de kleding wordt weggegooid en verbrandt."

"We zijn ambitieus, maar wel realistisch. Uiteindelijk gaat duurzaamheid denk ik vooral over dat je doet wat je kunt doen. En wij doen als bedrijf onze stinkende best."